Ik heb alles voor je over - KND 18-4-2017

Dit bericht is verlopen op 2018-04-01

Navertelling Johannes 12:20-33

Het was bijna Pasen. Jeruzalem, die grote stad, was vol met mensen die het Paasfeest wilden vieren. Ze kwamen overal vandaan. Ook uit het buitenland. Er waren ook een paar mensen uit Griekenland. Die gingen naar Filippus toe en zeiden: “Mijnheer, we willen graag met Jezus praten”. Filippus ging overleggen met Andreas en samen liepen ze naar Jezus om het aan Hem te vragen. Maar Jezus gaf helemaal geen antwoord.

Hij zei iets heel vreemds. Hij zei: “Het is tijd. Nu zal de Mensenzoon bij God in de hemel wonen. Luister, het is met Mij net zoals met een graankorrel. Je moet de graankorrel in de grond stoppen. Alleen als je een zaadje in de grond stopt kan er een nieuw plantje groeien, en komen er veel nieuwe graankorrels. Met een mens is het net zo. Als je je leven niet op wil geven, kan je niet groeien. Je moet dus niet teveel van je eigen leven houden. Want om eeuwig te leven moet je je eigen leven opgeven. Net zoals dat zaadje. En als je Mij wilt helpen, dan moet je Mij volgen. Je moet daar zijn, waar Ik ook ben. Maar Ik geef toe, Ik vind dit ook heel moeilijk. Maar Ik kan toch niet zeggen: “Vader, God, wilt U Mij nu redden? Dat kan toch niet. Ik ben juist gekomen om de mensen te redden. Daarom zeg Ik: Vader, God, laat aan iedereen zien wie U bent.”

...Maar Ik geef toe, Ik vind dit ook heel moeilijk.

En zomaar opeens klonk er een stem uit de hemel. “In deze mens ben Ik aanwezig en zal Ik ook steeds aanwezig zijn.” De mensen die erbij stonden keken elkaar verbaasd aan. Sommigen zeiden dat er onweer was en dat ze het geluid van de donder gehoord hadden. Andere mensen dachten en dat er een engel tegen Jezus gesproken had. Maar Jezus zei: “Deze stem uit de hemel sprak niet tegen mij. Hij klonk voor jullie. De koning van alle kwaad zal worden verwijderd van de aarde. En als Ik straks sterf aan het kruis, zal Ik iedereen die bij mij wil horen redden.” Zo liet Jezus iedereen weten hoe Hij dood zou gaan.