Meditatie: Lente

Dit bericht is verlopen op 2020-04-04

Wat een vreemde week is dit. We wassen onze handen, we houden afstand en zoeken tegelijkertijd contact.  We blijven veel vaker thuis en we gaan weer ouderwets telefoneren. We verbazen ons over de lege schappen in de supermarkt. We lachen luidkeels om een filmpje van een vrolijke man op zijn vorkheftruck te midden van een ongelofelijke hoeveelheid wc-rollen. Alle kinderen en jongeren zijn thuis van school terwijl ouders proberen te werken aan de keukentafel. Veel ouderen hebben lange stille dagen. De straten liggen er verloren bij. Op de radio en TV, op internet, overal zien we hetzelfde plaatje van het coronavirus. Er lijkt maar één onderwerp van gesprek te zijn: het virus.

Op mijn vrije dag maak ik een wandeling door het Annie M.G.Schmidtpark. Gaar van het binnenzitten, geniet ik van het zonnetje, van de spelende kinderen en van de eerste bloesem.

’s Morgens vroeg word ik gewekt door kwetterende vogels en ik hoop van harte dat de koolmees die af en aan vliegt, kiest voor ons nestkastje in de vorm van een kerk.

Ik houd veel van de lente. Het is een tijd waarin alles weer tot leven komt. Ik houd veel van het Paasfeest, hart van ons geloof. Als we in de paasnacht de verhalen horen van leven door de dood heen, dan denk ik ook altijd aan de natuur. Aan hoe de dode takken openbarsten van nieuw leven, aan het meesje dat vol overgave takjes aanvliegt, aan de dagen die langer worden, de nacht die wijkt. Deze tijd herinnert me aan Gods trouw, aan die ene man die trouw bleef aan ons en aan zijn God, aan zijn leven uit de dood, aan de morgen die baan breekt. Vanuit dat vertrouwen wil ik deze dagen leven, als een oefening in hoop, als een dwarse daad van verzet tegen alle doemdenken in.

Ds. Antoinette van der Wel