Schikking voor de zesde zondag van de Veertigdagentijd

Lezing: Lucas 22: 1-23, 56

 

Een onverwacht gedeelte voor Palmzondag, waar meestal de intocht in Jeruzalem centraal staat. Vandaag maken we de stap naar de Pesachmaaltijd.

We lezen over de voorbereidingen die Petrus en Johannes daarvoor moeten treffen, maar ook over de afspraak van Judas met de hogepriesters om Jezus uit te leveren. Tijdens de Pesachmaaltijd spreekt Jezus woorden die de eeuwen daarna in de kerk zijn blijven resoneren. Dit is mijn lichaam en dit is mijn bloed. De tekenen van brood en wijn. Als ergens de verbondenheid met Jezus zichtbaar wordt, dan wel in deze twee tekenen. Jezus plaatst het ook in de tijd.

Tot het koninkrijk van God is gekomen zal Hij niet meer drinken ‘van de vrucht van de wijnstok’. Brood en wijn worden daarmee ook een sacrament van de verwachting. Wanneer we het avondmaal vieren doen we dat in het besef dat brood en wijn lichaam en bloed zijn, maar kijken we dus ook vooruit. Wanneer we uitspreken ‘Van U is de toekomst’ helpt het avondmaal ons ook daaraan herinneren.

 

Kernwoorden: brood en wijn - gedenken - Pesach – ongezuurde broden

 

Uitwerking symbolische schikking

 

De tekenen van brood en wijn staan centraal in deze lezing. De schikking wordt steeds groener. Ook wordt er buxus tussen de takken geklemd, een verwijzing naar de intocht in Jeruzalem en de verbinding met Aswoensdag. Tussen de takken worden aren geklemd als symbool voor het brood. De wijn symboliseren we door het liturgisch avondmaalsstel bij de schikking te plaatsen.

 

Meditatieve tekst

 

Brood en wijn. Aan de tafel van de Heer blikken we niet alleen terug naar wat was – het lijden en sterven van Jezus – of naar binnen – ons tekort waardoor dit lijden nodig was, maar ook vooruit.

Brood en wijn als beeld van het feestmaal dat ooit zal zijn. Waar geen lichaam gebroken en bloed vergoten wordt. Tot aan die dag blijven wij vieren, gedenken, hopen.