Preek n.a.v. Prediker 9, het goede leven, op zondag 20 september 2020 door ds. Antoinette van der Wel

Dit bericht is verlopen op 2020-11-20

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, 

Het goede leven, dat is het landelijke thema voor de startzondag. Al nadenkend kwam ik bij het kleine Bijbelboekje Prediker uit. Een boekje dat populair is bij zoekers en vragers, dat voorzichtig over God spreekt, ernstig over het leven en dat maar net de bijbel heeft gehaald.  Misschien vind ik het daarom zo mooi. Het nodigt uit tot bezinning en tot lezen en herlezen. Het is een boekje dat al vanaf mijn jeugd bij tijd en wijle vraagt om aandacht. Waar Prediker door sommigen vooral wordt beschouwd als een sombere man, is hij voor mij vaak een reisgenoot geweest. Hij opende mijn ogen voor de onrechtvaardigheid van het bestaan en de kwetsbaarheid van het leven. Tegelijkertijd zijn er ook die ontroerende passages over het genieten van het leven, over de jeugd en over het licht dat zoet is aan je ogen.

Gij zult genieten is het motto van een Belgisch bier dat de naam ‘het elfde gebod’ draagt.  Overigens ook van een Antwerpse kroeg in mijn jeugd, waar je je naam op de muur mocht schrijven, maar dat terzijde. 

Kun je mensen dat wel opdragen? Verplicht genieten? Of is het eerder iets dat je overkomt?

Je fietst door het dorp, een beginnend herfstzonnetje verwarmt je, iemand zwaait naar je in het voorbijgaan en opeens weet je het. Het leven is goed. 

Je praat met iemand en die ander zet precies de goede toon, raakt aan iets dat belangrijk voor je is. Je weet je gezien en begrepen, je voelt je verbonden. Het leven is goed.

Onverwachts bezoek. Je zit samen op een bankje in de tuin en je opent de fles wijn, een stokbroodje is zo afgebakken in de oven en de boter smelt er zachtjes over heen. Het leven is goed. 

Je zit in je lekkere stoel. Je benen op de poef. Het is rustig om je heen. Een nieuw boek op schoot. Het leven is goed. 

Het is koud in Schotland. Met een dikke trui zit je voor je tent. Op het campinggasje pruttelt de pastasaus. Een regenbui trekt voorbij. Het leven is goed. 

Een pandemie raast over de wereld. Veel vanzelfsprekende dingen zijn niet meer mogelijk, maar wandelend in het park ontspint zich een mooi gesprek over wat waardevol is in deze tijd. Het leven is desondanks goed. 

Lieve gemeente,

In de afgelopen maanden zijn we meer dan ons lief is geconfronteerd met het feit dat dit leven niet maakbaar is. Veel van de dingen waarvan we genieten bleken plotseling niet mogelijk te zijn. Het maakt ons onrustig en soms zelfs gefrustreerd. Je voelt je beknot in je bewegingsmogelijkheden of angstig om het ongrijpbare van zo’n virus. Je mist je gewone leven en kunt maar niet wennen aan die afschuwelijke anderhalve meter maatschappij.  

Maar is dit nu werkelijk zo’n nieuwe ervaring? Of is het een verscherping van iets dat we al lang wisten? Iets dat Prediker ook zag in zijn beschouwingen. Hij beschrijft hoe kwetsbaar en vluchtig het leven is, hoe oneerlijk het verdeeld is in de wereld, dat niet wie sterk en krachtig is ook altijd de wedstrijd wint. Het is niet waar dat als je maar goed je best doet je niets kan overkomen. Soms slaat al je vastigheid zomaar uit handen, blijk je kwetsbaar, een ademtochtje, een zuchtje wind. Wat betekent dat dan voor het leven?

Ik moest denken aan enkel dichtregels van Jacqueline van der Waals. Wanneer zij, ernstig ziek, weet dat zij niet lang meer te leven heeft, blijkt het leven kostbaarder dan ooit. 

Ze ontmoet de dood en zegt dan:

Ik deed u even later uitgeleide,

Ik zag u duister in het avondrood

Verdwijnen in de duisternis der heide.

En keerde huiswaarts langs het kiezelpad,

Ik sprak niet "goede Dood", ik sprak niet "booze",

Maar 't dennenboschje geurde, en de rozen,

En 'k had het leven nooit zoo lief gehad.

 

Het leven nooit zo liefgehad als toen het niet meer vanzelfsprekend was. Maar wat geuren de rozen en het dennenbosje! Genieten van het leven als daad van verzet. Ik vermoed dat prediker instemmend zou knikken bij het horen van deze woorden. Hoewel hij de kwetsbaarheid van het leven volstrekt serieus neemt en inziet dat we dat leven nooit in de hand zullen hebben, weet hij van het goede leven. Van een glas wijn en een stuk brood, van feestkleding en een mens om lief te hebben.  

Ten diepste denk ik dat hij hier raakt aan het hart van het leven. Goed leven is niet te vereenzelvigen met succes, met spectaculaire reizen, met veel geld en bezit, met glanzende carrières, met een leven als Dagobert Duck. 

Goed leven heeft met verbinding te maken. Met samen-zijn, met mensen die je naaste worden, die je leven delen. 

Heeft dat goede leven, dat genieten ook met God te maken? Volgens Prediker wel. God ziet alles wat je doet met welbehagen aan. Of zoals een andere vertaler zegt: Gods oog rust al lang met welgevallen op je. God ziet het en het was goed, het was zeer goed. 

Daar waar mensen er voor elkaar zijn. Waar ze het kleine geluk weten te aanvaarden en waarderen. Waar ze het gewone, kwetsbare bestaan leven en doorleven, waar hartelijk  gelachen wordt in moeilijke dagen, waar brood en wijn wordt gedeeld, waar mensen voor elkaar bestaan, waar wordt liefgehad, raken ze aan hoe het leven is bedoeld. 

Wanneer we het aandurven om in de broosheid van ons bestaan een open oog te hebben voor klein geluk, kan het ons zomaar overkomen dat we in dat kleine geluk, in de nabijheid van een ander door een glimp van Gods liefde worden geraakt. Dat de eeuwige ons toelacht in de ander, ons leert dat het leven goed en mooi is. Dat we ons realiseren dat ook in een gebroken scherf licht helder kan weerkaatsten en de nacht kan verdringen. Dat goede leven mogen we met elkaar delen, elkaar toewensen. Dat in elke scherf een straaltje licht weerkaatst en we dankbaar kunnen zeggen: Het leven is goed, omdat het ons leven is, geleefd onder Gods zon, in zijn licht, wat er ook gebeurt. 

Dan is het aardse leven goed, omdat de hemel ons begroet!

Amen.