Preek n.a.v. Exodus 2 op zondag 16 februari 2020 door ds. Antoinette van der Wel

Dit bericht is verlopen op 2020-04-19

Lieve doopouders, gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Je zult er maar voor komen te staan. Je drie maanden oude baby mag niet blijven leven. Want een machtige farao heeft besloten dat alle jongens in de Nijl moeten worden gegooid. Je zal er maar voor komen te staan, je kind wordt bedreigd en je zoekt een uitweg. Wat is dat toch dat steeds weer de kinderen het onderspit delven als een heerser zijn macht veilig wil stellen. De Hebreeërs zuchten zwaar onder het slavenjuk van farao, die heel zijn volk het bevel heeft gegeven de Hebreeuwse jongens te doden. Hij zal dat volk klein en onder de duim houden!

De komende maanden lezen we met de kinderen de verhalen uit Exodus. Het grote verhaal van de bevrijding uit Egypte dat al eeuwen mensen inspireert, begint heel klein. Met een baby, die in een mandje in de Nijl wordt gegooid. Toekomst wordt geboren waar een kind door het water heen leven vindt. Wat een prachtig verhaal om vandaag bij de doop van Eva en Tessa te lezen. Over leven door het water heen, over toekomst die geboren wordt in een kwetsbaar mensenkind.

Het naamloze kind van de naamloze ouders wordt drie maanden verborgen gehouden. Dat zal niet eenvoudig zijn. Want juist kleine baby’s huilen veel en kunnen niet op bevel stil worden gehouden. En dan na 3 maanden - dat bijbelse getal kennen we maar al te goed - wordt het kind naar buiten gebracht. Zijn moeder maakt een waterdicht mandje van papyrus. In het hebreeuws staat hier hetzelfde woord als voor de ark van Noach, dat mag onze oren op scherp zetten. Zou het kunnen? Zou ook dit mandje een levensreddende ark kunnen zijn?

We konden het ons tijdens het doopgesprek niet voorstellen, wat het betekent je kind zo los te moeten laten. Ik moest opeens denken aan het verhaal dat ik las over een joods onderduikkind in de tweede wereldoorlog. Toen zijn moeder hem achter op de fiets van een wildvreemde vrouw tilde zei ze: niet achterom kijken. Niet achterom kijken! Was zijn moeder bang dat ze die blik niet zou kunnen verdragen en dat hij niet zou kunnen blijven zitten? Ik moest even denken aan de vrouw van Lot, niet achterom kijken, dapper je blik richten op de weg die voor je ligt. Maar hartverscheurend is het! Het leven van je kind stellen boven je eigen verdriet is een bovenmenselijke keuze.

Daar ligt het mandje tussen het riet. Zijn zus kijkt van op een afstand toe. De hoofdrolspelers in dit kleine familiedrama zijn naamloos. Dan stapt de dochter van farao het verhaal binnen. Zij ontdekt de mand in het riet. Vol medelijden is ze over het huilende jongetje. Onmiddellijk realiseert ze zich dat het een hebreeuws kind moet zijn. Vervolgens stapt de zus van het kind in beeld en vinden ze samen de oplossing om het kind bij een hebreeuwse voedster, hoor moeder, te laten brengen. Overigens nog een grapje in het verhaal, er wordt betaald voor de voedster, kom daar maar eens om in dat slavenland, waar je arbeid nooit wordt betaald!

Er gebeuren vreemde dingen in het verhaal. De dochter van farao blijkt uit heel ander hout gesneden dan haar vader. Zij heeft medelijden, is gegrepen door het lot van dit kwetsbare kind. Door dit hebreeuwse jongetje te redden gaat ze lijnrecht in tegen de orders van haar vader. Daarmee loopt ze een geweldig risico. Want haar dienaressen zijn erbij, er zijn mensen die zien wat er gebeurt en een roddel is zo verspreid. Dapper recht ze haar rug: dit kind zal niet verloren gaan. Haar daad getuigt van een ongelofelijke moed. Vervang het ‘dochter van farao’ maar eens door ‘dochter van Hitler’, of ‘dochter van Stalin’ en je ziet de reikwijdte van haar daad. Want dat is hier aan de orde. De dochter van de machtigste man gaat lijnrecht tegen haar vaders bevel in.

Zij is als de vele vrouwen die kinderen achter op hun fiets met gevaar voor eigen leven wegkaapten uit de Hollandse schouwburg. Als de moeders die zeiden: niet omkijken! Blijkbaar kan tirannie menselijkheid niet volledig stuk maken. Morele moed wordt gevonden in diepe duisternis. Het helpt ons om niet in stereotypes te denken over anderen. De Egyptenaren waren niet allemaal slecht, er waren ook mensen die onder de rechtvaardigen kunnen worden gerekend. Het verhaal van de dochter staat hier niet voor niets. Zij wordt in de joodse traditie gerekend onder de rechtvaardigen van de volken. Haar open en menselijke blik maakt dat leven mogelijk is ook in de diepste nacht van slavernij en moord.

En dan is daar ook de zus van het kind, die het aandurft deze voorname vrouw aan te spreken. Er ligt een diepe kloof tussen deze vrouwen. Ze staan aan het uiterste van het spectrum, zijn van een totaal andere klasse, slaaf tegenover prinses, jong tegenover oud, machtig tegenover onmachtig, Egyptisch tegenover hebreeuws. Twee totaal verschillende culturen ontmoeten elkaar en zien elkaar in hun medelijden met het kind, in hun verlangen hem leven te geven. Ik vind het van een ontroerende schoonheid, dat kleine tafereel daar in het riet. Twee naamloze vrouwen, die hun rug rechten, die alle regels tarten, omwille van een kind. Hun menselijkheid, hun verlangen naar toekomst overbrugt alle angst, alle verschillen en grenzen.

In de eerste hoofdstukken van exodus speelt een aantal vrouwen een voorbeeldige rol. Zij zijn het die de toekomst gaande houden, die rechtvaardig zijn in een wereld vol onrecht. De vroedvrouwen die weigeren kinderen te doden en met een smoes bij farao komen. De moeder die haar kind verbergt en tenslotte een ark voor hem bouwt, zijn zus en de dochter van farao, die het niet over hun hart kunnen verkrijgen dit kind prijs te geven aan de dood.

Het kind wordt grootgebracht bij zijn moeder en daarna uit handen gegeven en aan het hof van farao gebracht. Daar krijgt hij zijn naam: Mozes, een Egyptische naam, het betekent iets als kind, zoon. Zij verklaart het zelf met: ik heb hem uit het water gehaald. Met die naam, gegeven door een buitenstaander zal hij gekend zijn tot op de dag van vandaag. Alsof de Eeuwige de dochter van farao als zijn eigen dochter beschouwt, zoals zij Mozes als haar eigen zoon adopteert. Mozes wordt een kind van twee werelden. Geworteld in een slavenvolk, groeit hij op aan het hof. Alleen zo zal hij straks een geschikte leider kunnen zijn. Maar dan loop ik al vooruit op het paasfeest.

Lieve doopouders,

Wat heeft dit verhaal ons nu te vertellen? Het beeld van door het water heen leven vinden herinnert ons aan de doop, aan het water dat niet bedreigend is, maar juist leven geeft. Aan het wonder van het leven, dat nimmer vanzelfsprekend is, het wonder van Eva en Tessa in ons midden. Toen ik jullie vroeg wat jullie de meisjes mee willen geven spraken jullie over verwondering en noemden het verlangen dat de meisjes met een open blik in de wereld zouden staan.

We gunnen Eva en Tessa de open blik en de moed van de dochter van Farao. Dat ze medelijden en medeleven zullen voelen met anderen. Dat ze vol vertrouwen in het leven zullen staan. Dat ze op mogen groeien tot dappere vrouwen, die bereid zullen zijn tot rechtvaardigheid, die met een rechte rug een eigen spoor zullen durven te trekken.

Lieve gemeente,

Vandaag zijn Eva en Tessa in ons midden gedoopt. We zeggen daarmee dat er altijd leven mogelijk is te midden van de overspoelende vloed. Hun naam noemden we in één adem met de naam van de Eeuwige, de God van Mozes, de God die het aandurft klein te beginnen, die zijn verhaal van bevrijding begint vanuit een ten dode opgeschreven mens. We bidden voor ons allen om open ogen in deze wereld. Dat we bereid zijn God te ontmoeten op vreemde plekken. Dat we ons niet laten gezeggen door vooroordelen en stereotypen, maar steeds weer speuren naar waar God zich laat vinden. Zo gaan we vol vertrouwen verder op de weg. We durven het aan niet achterom te kijken, maar vestigen onze blik op de morgen, op een beloofd land, waar kinderen opgroeien in vrede.