Preek voor kerstmorgen, Micha 5 en Lucas 2 door ds. Antoinette van der Wel

Dit bericht is verlopen op 2020-02-25

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Vandaag vieren we het kerstfeest. Hier in de kerk klinken de bekende woorden over Bethlehem, onbetekenend in de vaart der volken, maar onmisbaar voor het toekomstvisioen van Micha. Een vertrouwd beeld wordt ons geschetst in het evangelie. Het kind geboren in Bethlehem, met een voerbak als wieg, omdat er nergens plaats voor hem was.

Wat is dat toch met Bethlehem? Een dorp waar in eerste instantie niemand wilde wonen. Te klein, te onbelangrijk, te onaanzienlijk. Een dorp in de schaduw van de stad Jeruzalem. Toch worden dergelijke plaatsen in de bijbel plotseling in het spotlicht gezet. Alsof Gods voorkeur voor het kleine zelfs geografisch een rol speelt. Bij de intocht in het land lijkt niemand in Bethlehem, het broodhuis, te willen wonen. Uiteindelijk vindt het huis van Isaï er een thuis en de kleine herdersjongen David wordt er geboren als de nieuwe koning. Het is de plaats die Naomi verliet vanwege de hongersnood. Geen brood in het broodhuis! Na vele omzwervingen, waarbij alles haar uit handen is geslagen komt ze er terug, met Ruth, haar schoondochter. De buitenlandse Ruth geeft Naomi een toekomst in het haar vreemde land. En dan zijn daar die profetische woorden van Micha, die het niet kan laten deze plaats aan te duiden als de plaats vanwaar het heil te verwachten is voor een bedreigd en onderdrukt volk.

Wat is dat toch altijd geestig in de bijbel. Een plek waar je niet naar toe zou willen emigreren, waar je met een boogje omheen loopt, onbelangrijk, niet de moeite waard om er te stoppen, blijkt in de ogen van de Eeuwige het hart van het land. Waar wij kijken naar de grote wereldsteden: wat gebeurt er in Washington, in Peking en Moskou? Wat heeft Den Haag voor ons in petto, wordt je blik in de bijbel gericht op een onaanzienlijk dorp. Op een huis van brood, want daar gebeurt het! Waar we ons blind staren op de machtigen der aarde in hun paleizen, richt de bijbel onze blik op gewone mensen.

Lucas heeft dat heel goed begrepen als hij het kerstverhaal situeert in de tijd dat keizer Augustus met straffe hand vanuit Rome de halve wereld regeert. Als tegenspraak vertelt hij zijn kleine geboorteverhaal in een uithoek van dat machtige rijk in, u raadt het al: Bethlehem.

Wat is dat toch met die merkwaardige voorkeur van de Eeuwige voor het kleine, onaanzienlijke en onbelangrijke? Wat is dat toch dat wij onze blik telkens weer anders moeten richten. We denken God te vinden in het rijtje van de machtigen der aarde, maar komen steeds weer bedrogen uit. Hij laat zich niet zien op de hoogste troon, noch aan het hoofd van het machtigste land. We herkennen hem niet in de krachtige arm, geheven in het centrum van de macht. Hij laat zich kennen in een kind, sterker nog, in een kind van arme ouders. Die ouders zijn op reis gestuurd, omdat de machtigste man van hun land wil weten hoeveel belastingbetalers er in zijn land wonen. Geen gezellig reisje, nog één keer samen op pad voor de baby komt, maar hoogzwanger, gedwongen onderweg.

Afgelopen week zag ik in de krant een aantal moderne kerststallen die me raakten. Enkele jaren geleden was op het St-Pietersplein in Rome een brak bootje toegevoegd, symbool voor al die mensen die over zee een veilig heenkomen zoeken. In Amerika was er een stal waar Jozef en Maria in kooien zaten, alsof ze aan de grens waren opgepakt als ongewenste vreemdelingen. Vrijdagochtend een kleine afbeelding in de krant. Jozef wiegt het kind terwijl Maria een dutje doet. Heel aards, heel gewoon en daardoor zo ongelofelijk dichtbij! Doe je daar het verhaal van Lucas geweld mee aan? Of juist niet?

Als het kerstverhaal ons iets laat zien is het dit: God laat zich kennen in het kwetsbare, in het weerloze, in wat ongezien is. Als we denken dat geschiedenis wordt geschreven in paleizen en regeringsgebouwen, in de torens van de grote bedrijven, bij machtige heersers en sterke leiders, situeren de bijbelschrijvers Gods geschiedenis in een dorp van niks, in een arm gezin, zonder fatsoenlijk dak boven hun hoofd. Zo gek zijn die moderne kerstallen dus niet! Ze halen ons weg uit ons comfortabele kerstgevoel van vrede en familiale gezelligheid.

Lieve gemeente,

Natuurlijk heb ik geen bezwaar tegen gezelligheid en samenzijn met mensen die je lief zijn. Ik geloof in het belang van met elkaar samen zijn en het delen van het goede. Maar laat het ons alsjeblieft niet de ogen doen sluiten voor hen die deze dagen als zwaar en moeilijk ervaren. Voor mensen die geen veilig thuis hebben, voor wie deze dagen geen lieve familie en vrienden om zich heen hebben, voor wie deze dagen vol van leegte en gemis zijn. Laten we uitzien naar elkaar en naar al die mensen die het niet zo makkelijk redden om ons heen. Laten we alert en aandachtig speuren naar waar God zich laat zien.

Lucas roept de eerste getuigen op in het kerstverhaal. Het zijn herders, die werden beschouwd als ruig volk aan de onderkant van de samenleving. Herders zijn getuige van de geboorte van deze bijzondere herder. In hen wordt het oude verlangen gewekt, waarover Micha al droomde: in het broodhuis wordt toekomst geboren. Het lijkt onaanzienlijk, maar voor wie verder durft te kijken dan wat voor de hand ligt is het glashelder. Daar waar een kind in het middelpunt van de belangstelling komt te staan, waar brood wordt gebroken en gedeeld, waar mensen inschikken en ruimte maken voor elkaar, waar een extra stoel aan de tafel wordt geschoven, waar een glas wordt aangereikt, daar wordt Gods geschiedenis geschreven.

Micha vermoedde het al 700 jaar eerder. In Bethlehem, dat onaanzienlijke dorp, wordt toekomst geboren, wordt ons lot gekeerd. Daar staat de voederbak met het kind die zal opgroeien tot een mens die bereid is nabij te zijn. Die volhardend blijft beweren dat God aan de kant van de kleinen staat, die zelf steeds weer partij kiest voor wie onzichtbaar, onbelangrijk en verguisd zijn.

In Bethlehem, het huis van brood wordt een kind geboren. Is daarmee de wereld veranderd? Schijnbaar niet, maar toch is dat kind al ruim 2000 jaar een inspiratiebron voor mensen. Van hem wordt beweerd dat hij in al zijn kwetsbaarheid sterker was dan alle machtige heersers om hem heen. Van hem wordt verteld dat hij weerloos ten onder ging, maar tegelijkertijd nimmer verloren ging. Tot op de dag van vandaag zet hij mensen in beweging naar elkaar toe. Ze delen in vreugde hun brood en durven het leven aan, ook als dat kwetsbaar blijkt. Hij inspireert mensen als Desmond Tutu, die bleef spreken over verzoening en vergeving in een tot op het bot verdeeld land. Met zijn woorden stuur ik u graag de kerstdagen in, als bezinning en uitdaging, als levenshouding en opdracht voor het nieuwe jaar.

Goedheid is sterker dan slechtheid,

Liefde is sterker dan haat,

Licht is sterker dan duister,

Leven sterker dan dood.

Hoopvol zijn wij sinds Hij ons liefhad.

 

Zo vieren we het kerstfeest. Hoopvol en verlangend naar het licht, waarvan we een eerste glimp al hebben opgevangen in het kind van Bethlehem. Kind dat licht bracht in de nacht, weerloos kind, teken van Gods liefde.

 

Amen.