Preek op zondag 5 december door ds. Gert van der Ende, krijgsmachtpredikant

Dit bericht is verlopen op 2022-02-06

Gemeente van Christus,

‘Niet door kracht noch door geweld maar door Mijn Geest’ zo zegt de Heer. Deze Bijbeltekst is het motto van de protestantse geestelijke verzorging bij defensie. Dit is dus wat wij als dominees uitdragen in het leger, niet door kracht of geweld komt de vrede, maar door Gods Geest.

Eigenlijk best wel apart om deze tekst als lijfspreuk te hebben binnen de krijgsmacht. Want het leger oefent dagelijks om te kunnen vechten. Soldaten, mariniers, commando’s trainen in het toepassen van geweld. En als er geld is voor munitie worden er schietsessies gehouden om de geoefendheid op peil te houden.

En als dominees zijn we aanwezig bij deze oefeningen en praten met de militairen over wat ze doen en meemaken. 

Zeggen we dan ‘niet door kracht of geweld komt de vrede, maar door Gods Geest’?

Zeiden we dit bijvoorbeeld tegen de militairen die naar Afghanistan werden uitgezonden om tegen de Taliban te vechten? Of tegen de Nederlandse F16 vliegers die doelen van de IS-strijders in Irak bombardeerden?

Nee, geen van mijn collega’s heeft zich uitgesproken tegen het gebruik van wapens in Afghanistan of Irak. Ook al weten ze dat het gebruik van wapens ellende veroorzaakt. De bommen die door de F16 vliegers zijn gegooid hebben dood en verderf gezaaid. Hetzelfde geldt voor de vele vuurgevechten die er in Afghanistan zijn geweest. Er zijn mensen om het leven gekomen die niets met de oorlog te maken wilden hebben. 

Toch is er door mijn collega’s niet geprotesteerd bij het gebruik van geweld.

 

Waarom niet? 

Is dat vanwege een gebrek aan geloof in die profetische uitspraak dat de vrede door Gods Geest komt en niet door macht of kracht? Ik denk het niet.

De mooie woorden ‘niet door kracht of geweld maar door Mijn Geest’ en die prachtige tekst uit Jesaja dat zwaarden en speren tot gereedschap worden omgesmeed,  spreken over de tijd dat God koning zal zijn over heel de aarde, wanneer zijn koninkrijk van vrede en gerechtigheid zal zijn gekomen.

Deze uitspraken verwijzen naar waar het met onze geschiedenis naar toegaat, naar de dag dat Gods heerschappij de aarde vervult. Een toekomst waarin de volken niet meer tegen elkaar strijden, sterker nog, ze zullen niet meer weten wat oorlog is, zo profeteert Jesaja. 

Hier zien we naar uit, hopen we op als gelovigen. 

Maar het is nog niet zover. De volheid van de tijd is nog niet aangebroken. Juist in deze weken onderweg naar het kerstfeest beseffen we dat. Ja de Messias is gekomen in de kerstnacht, maar Hij is ook de komende, we zien opnieuw uit naar zijn komst in heerlijkheid, en dan, zo belijdt de kerk, zal er vrede zijn alom.

Waarom dan toch als motto ‘niet door kracht of geweld maar door mijn Geest’ zo zegt de Heer? Wel, het herinnert ons er aan dat een blijvende vrede uiteindelijk van God komt. Het leger, zou je kunnen zeggen, is een noodzakelijk kwaad. De krijgsmacht is nodig zolang de grote dag waar Jesaja van spreekt nog niet is gekomen. Zolang zal er gevochten worden voor vrede. 

 

En laten we daar niet te romantisch over denken. Geweld gebruiken is een kwaad, het veroorzaakt leed. 

Waarom doen we het dan? 

Wel, er kan een kwaad bestaan dat nog erger is dan het kwaad van een oorlog. 

Een oorlog berokkent enorm veel ellende en verdriet. Mens en dier worden gedood, velen raken gewond, er gaat veel kapot. Huizen veranderen in puinhopen, infrastructuur wordt vernietigd. Er ontstaat gebrek aan eten en drinken. Er breken ziekten uit. 

Maar er kan een kwaad zijn dat nog groter is dan dat alles. Een kwaad waartegen hoe dan ook gestreden moet worden. Het onrecht is dan zo groot dat je kan zeggen dat een oorlog gerechtvaardigd is. Denk aan de strijd in de tweede wereldoorlog tegen nazi-Duitsland. De strijd tegen een regime dat in de concentratiekampen zoveel mogelijk joden en andere niet gewenste mensen vernietigde. Tegen zo’n groot kwaad moest gestreden worden. 

Al weet ik dat niet iedereen deze mening is toegedaan. Pacifisten vragen zich af of het kwaad van oorlog, dat slachtoffers eist en veel vernietigt, wel te rechtvaardigen is. Een lastige vraag, maar ik denk dat het goed is deze vraag steeds weer te stellen. 

 

Geweld gebruiken, schieten, doet iets met de militairen.

Het is het verhaal van een hoge militair die in 2006 in Afghanistan het Nederlandse kamp moest opbouwen. Het kamp werd opgebouwd in de provincie Uruzgan. Er was veel tegenstand. De taliban strijders waren dichtbij en voerden aanvallen uit. Op een goed moment zag deze commandant zich genoodzaakt een aanval uit te voeren om de talibanstrijders terug te dringen. 

Hij vond dit een zware beslissing. Hij wist dat bij deze aanval doden zouden vallen, mogelijk ook onschuldige burgers. Misschien zouden er Nederlandse militairen om het leven komen. Toch kwam hij tot de overtuiging dat het niet anders kon.

Deze commandant is een gelovig man. Hij vertelde dat hij gebeden heeft toen hij zijn besluit moest nemen. 

De aanval is uitgevoerd en heeft rust gebracht rond kamp Holland.

Het was een goede militaire beslissing. Je zou kunnen zeggen 100 punten. Well done.

Toch was het daarmee voor deze commandant niet afgerond.

Hij wist, er zijn door mijn beslissing mensen om het leven gekomen. En met dat gegeven moest hij in het reine komen. Hoewel het militair een goed besluit was, voelde hij zich ook schuldig.

Hij heeft hier met een dominee over gesproken, over zijn gevoel schuldig te zijn. Samen hebben ze dit in een gebed voor God uitgesproken en ook om vergeving gevraagd. Door dat gesprek en het gebed is hij tot de overtuiging gekomen dat er voor hem vergeving en genade is. Zo kan hij verder leven met de gevolgen van de ingrijpende beslissing die hij moest nemen.

 

Vechten voor vrede is vuile handen maken. Je komt er zelf niet ongeschonden uit. 

Dietrich Bonhoeffer was dominee in de tijd dat Adolf Hitler aan de macht was in Duitsland. En hij is op de achtergrond betrokken geweest bij de aanslag op Hitler die uiteindelijk door von Stauffenberg is uitgevoerd. Hij heeft veel nagedacht over de vraag of je als christen mee mag doen met een moordaanslag, in dit geval op Hitler. 

Want hoe groot het kwaad ook is dat iemand aanricht, mag je hem om het leven brengen? Mag je in uitzonderlijke gevallen dan toch iemands leven nemen? Bonhoeffer heeft op deze vraag uiteindelijk positief geantwoord. Maar hij besefte tegelijk dat je daarmee schuld op je laat. Het raakt jezelf ook. Je raakt er moreel door gewond. Moral injury, zeggen we vandaag. 

Deze schuld kan op je drukken. Maar Bonhoeffer geloofde dat deze schuld niet het laatste woord hoefde te hebben. Voor God uitgesproken mag je hopen op genade.

 

Toen ik bijna 19 jaar geleden de overstap maakte van de kerk naar de krijgsmacht kreeg ik een brief van de hoogleraar bij wie ik ben afgestudeerd, waarin hij schreef dat het in de kerk vaak gaat over zonde en genade, maar dat het bij de krijgsmacht weleens veel meer zou kunnen gaan over leven en dood. Nu, zoveel jaar later, ben ik ervan overtuigd geraakt dat het bij militairen ook gaat over zonde en genade, alleen gebruiken we andere woorden.

Ik liet het woord morele verwonding al vallen. Veel militairen herkennen dit en hebben er last van. Ze hebben pijn aan hun ziel. Zoals die commandant pijn aan zijn ziel had omdat hij wist dat op zijn bevel doden waren gevallen. 

 

Het is een ingewikkelde gedachte. Als militair leer je schieten, maar op het moment dat je daadwerkelijk moet schieten en er doden en gewonden vallen, raak je ook zelf beschadigd. En dat is omdat je beseft dat, hoewel het soms niet anders kan, het toch niet goed is. Het is niet goed een medemens te doden, het zou niet nodig moeten zijn. 

 

Maar ook op andere manieren kan je ziele-pijn opdoen, moreel verwond raken. Militairen op uitzending willen graag iets goeds doen, bijvoorbeeld water uitdelen aan dorstige mensen. Maar dit mag niet altijd. Want als je vandaag 2 flessen water uitdeelt, staan er morgen honderd mensen voor de poort die ook water willen. En dat kan niet. Want dat kan gevaarlijk zijn. 

Het goede dat je wilt doen kan je dan niet doen. Je ziet het lijden van een medemens, maar je handen zijn gebonden. Je begrijpt dat het niet anders kan, maar toch klopt het niet. 

Ik moet ook denken aan de militairen die afgelopen augustus het vliegveld in Kabul moesten bewaken. Er stonden duizenden mensen voor de hekken die een veilig heenkomen zochten, maar ze mochten niet worden toegelaten. Je ziet een mens in nood, maar kan niet helpen.

 

Hebben we het dan over zonde? Misschien wel. 

Er zijn allerlei redenen om te bedenken waarom je goed hebt gehandeld toen je het vuur opende op de vijand, zo zijn er ook genoeg redenen te bedenken om geen water uit te reiken bij de poort van de compound, of om het vliegveld te bewaken en toch ervaar je dat het niet klopt. Het is niet goed een mens te doden en het is niet goed om iemand die om water vraagt niets te geven en het voelt niet goed iemand die in nood is niet toe te laten.

Het geeft een gevoel van schuld en schaamte.

En ik denk dat dit ook raakt aan ons leven. Misschien niet zo groot als de voorbeelden die ik noemde, maar we herkennen het denk ik wel. We laten wel eens na iets te doen waarvan we later denken, dat we het toch hadden moeten doen. En misschien moet je op je werk wel eens iets doen wat indruist tegen je gevoel van rechtvaardigheid, maar toch doe je het omdat het uiteindelijk minder schade berokkent. Bij dillema’s moet je altijd kiezen uit twee kwaden, je wilt het niet, maar toch moet je kiezen. 

Ziele-pijn is dan misschien een wat zwaar woord, maar we krijgen wel krassen op onze ziel. In het leven van alle dag lopen we schrammen op, lichte schrammen, diepe schrammen. En soms valt er daardoor een schaduw over ons leven, door wat ons overkomt of door wat we hebben gedaan.

 

Hoe ga je hier mee verder?

Bij het leger zeggen we dan: praten. Praat over wat het met je heeft gedaan toen je de trekker moest overhalen. Vertel! Want, wie leert schieten moet ook leren praten. Praten kan het begin zijn van een oplossing, van herstel. 

De commandant uit Afghanistan ging naar zijn dominee. Hoe dat gesprek is geweest weet ik niet, maar in de kerk horen we dat als we schuld op ons hebben geladen, dit niet het laatste woord hoeft te hebben. 

Daarbij mogen we naar Zacharias luisteren die zingt: ‘Omdat God zoveel van ons houdt, zal hij het hemelse licht naar ons sturen. Dat licht zal schijnen op iedereen die leeft in het donker, in de schaduw van de dood. Dat licht zal ons de weg wijzen naar vrede.’ 

En hier in dit huis horen we woorden van ontferming en vergeving. Ja, wordt ons toegezegd dat God zich over ons ontfermt. 

Het kan soms een heel proces zijn voor je dat bij jezelf kan toelaten, Gods vergeving voor je handelen. Een gevecht met jezelf om er op te vertrouwen dat je mag delen in Gods vrede. 

 

Maar juist deze weken voor kerst horen en zingen we daarvan hoe God zich ontfermt over zijn mensen en ze zet in het licht van zijn liefde. Hij brengt redding, want dat betekent de naam van Zijn Zoon, Jezus: God redt, God verlost.

Over ons leven, waarin we struikelen en opstaan, waarin dingen goed gaan en waarin zaken mislukken, waarin we elkaar soms pijn doen, waarin we ziele-pijn oplopen, schijnt Gods genadige licht. En dit licht heeft een Naam, Jezus Messias. Hij is de zonne der gerechtigheid. En Hij weet wat het is om mens te zijn op aarde.

Hij is onze hoop!

 

Amen