Overdenking in de vesper op 20 oktober 2019 bij Deuteronomium 34 door ds. Antoinette van der Wel

Dit bericht is verlopen op 2019-12-20

Zien, soms, even.

 

Van op een afstand het beloofde land zien. Een blik gegund op dat land. Je ziet de bloeiende velden, hoort in de verte een vogel zingen. De rivier glinstert aan je voeten en beweegt zich door het land. Aan de horizon zie je de zee. Het liefst zou je naar beneden rennen en neervallen in dat prachtige veld, lachend dansen met de mensen die je lief hebt. Na jaren ontbering en woestijn, eindelijk thuis. Maar Mozes zal het land zelf niet intrekken. Van op een afstand ziet hij de toekomst, maar hij zal zelf het land niet bereiken. Ik zie hem staan, in de verbeelding van Lesser, eenzaam op het randje, kwetsbaar en klein. De grote leider, de dappere held, blijft hier achter. Maar het uitnodigende vergezicht dat zijn hele leven bepaalde blijft bewaard. Het is goed zo. Hij heeft gezien hoe zijn volk de toekomst tegemoet kan. Hij kan het loslaten. Ontroerend hoe wordt verteld dat de Eeuwige hem zelf begraaft, hem zelf toedekt in de aarde, liefdevol en zorgzaam. Een beeld van trouw en troost.

 

Zien, soms, even.

 

Dietrich Bonhoeffer in zijn cel schrijft in 1944 een gedicht over Mozes. Of schrijft hij over zichzelf? Over zijn eigen verlangen naar vrede en licht? Over zijn verlangen naar een leven onder de zon waar mensen thuis komen? Over zijn droom dat de oorlog voorbij gaat en over mensen die vrij zijn. Het lijkt of hij zijn eigen woorden in de mond van Mozes legt.

 

Gij die zonde straft en graag vergeeft

God, ik heb voor dit volk geleefd,

Dat ik de lasten ervan droeg,

En nu zijn heil aanschouw – dat is genoeg.

Houdt mij vast!Mij ontvalt mijn staf.

Trouwe God, geef mij een graf.

 

De bevrijding zal ook Bonhoeffer niet zien. Voor die tijd wordt hij vermoord. Maar wat hoop je dat ook hij licht heeft gezien in die donkere cel, een land van vrede en toekomst.

 

Zien, soms, even.

 

Deze week las ik in Trouw een interview met psychiater Dirk de Wachter. Hij breekt een lans voor het aanvaarden van lijden. Het is immers niet waar dat we altijd gelukkig zijn. Niet de stekels van het verdriet afknippen, maar omwinden en verzachten, met pleisters beplakken. Hoe je dat doet? Door er voor elkaar te zijn, door bereid te zijn naar elkaar te luisteren. Door te spreken en soms te zwijgen.

 

Is dat genoeg? Kunnen we leven met een beloofd land dat we slechts van op een afstand te zien krijgen. Leven met een vergezicht? Een vergezicht dat ons gaande houdt, ook al zijn we er nog niet? Dat ons de kracht geeft het leven vandaag te aanvaarden met wat mooi en goed is, maar ook met de stekelige pijn van het verdriet. Kunnen we leven uit het vertrouwen dat God ons nabij is ook als het leven eenzaam en schraal is?

 

Zien, soms, even.

 

In elk mensenleven zullen er tijden zijn waarin je eenzaam van op een afstand het geluk en het heil van de ander ziet. De schrale wind waait om je heen op de smalle rand. Iemand raakt je liefdevol aan, reikt je een woord, een gedachte, of een warme jas aan. Zou dat leven zijn? Met onze blik gericht op het beloofde land, liefdevol naar elkaar omzien, de stekels van verdriet verzachten, de droom van vrede bij elkaar levend houden. Het vertrouwen delen dat Gods liefdevolle hand ons leven draagt, vanaf onze geboorte tot ons laatste dag en daarna.

 

Amen.